Toen Dik Trom een jongen was

In het dorp waar Dik Trom woont, gebeurt meestal niet veel bijzonders. Maar als er eens iets gebeurt, zijn Dik en zijn vrienden bijna altijd van de partij. Meestal zijn zij degenen die de boel op stelten zetten, soms ook is het Bruin Boon die weer eens een gemene streek uithaalt. Op een middag probeert Bruin zijn hond te verdrinken. Dik, Jan Vos en Piet van Dril weten nog net te voorkomen dat het hem lukt. De hond is ontzettend mager en is door Bruin heel erg verwaarloosd. Dik kan het niet over zijn hart verkrijgen het dier zomaar aan zijn lot over te laten en hij neemt hem mee naar huis. De dagen daarna wordt de hond door Dik goed verzorgd en hij knapt zienderogen op. Het gaat zelfs zo goed met Phylax, zo heet de hond, dat Dik een idee krijgt. Zou Phylax geen goede hond zijn om mee te doen aan de hondekar-races die in het dorp gehouden zullen worden?